My klas is baie lief vir dans
Ook deze week bracht ik door in de klas van juffrouw Ackerman. Dagelijks gaf ik de lessen wiskunde en Afrikaans. Engels kwam aan bod op dinsdag en donderdag. Aangezien het dansen van vorige week zo’n succes was, werden de dagen telkens afgesloten met een dansje.
Vanaf deze week startte ik met het wero-thema ‘gezondheid’. Hoewel wero-lessen ook hier op de planning zouden moeten staan, vielen deze al vaak weg door andere activiteiten. Ik vond het belangrijk dat de leerlingen ook deze lessen konden ervaren. We begonnen met gezond en ongezond voedsel. Aan bord maakte ik 2 kolommen: de gezonde kolom met de groene duim en de ongezonde met de rode duim. Onder de stoelen van de leerlingen verstopte ik prentjes. De leerlingen kwamen vooraan met hun prent en de anderen staken hun duim op naar boven of naar onder (afhankelijk of het voedsel op de prent gezond of ongezond was). Telkens werd dit kort besproken en na alle prenten gingen de leerlingen zelf aan de slag. Vrijdag dansten we op ‘Bewegen is gezond’. Een hit bij de Vlaamse leerlingen en ook bij de Zuid-Afrikaanse leerlingen viel dit in de smaak! Volgende week wordt het gezondheidsthema doorgetrokken.
Bij wiskunde werd er gewerkt rond inhoudsmaten. De leerlingen leerden de begrippen ‘vol’, ‘leeg’ en ‘half’ hanteren. Daarnaast gingen we meten met een maatbeker en een maatlepel. Dit ging van ‘Hoeveel maatlepels gaan er in de maatbeker?’ tot ‘Hoeveel maatlepels zitten er in de maatbeker?’. Hierbij maakte ik gebruik van echte maatbekers en lepels, waarbij de leerlingen ook zelf aan de slag mochten gaan. Ze ervaarden dit als fijne lessen, wat ook de juf alleen maar meer motiveerde. Verder kwam ook de tijd aan bod: ‘Wat gebeurde eerst?’, ‘Wat gebeurde erna?’, ‘Wat gebeurde als laatste?’. Een les die werd afgesloten met toneeltjes en kinderglimlachjes.
Tijdens de lessen Afrikaans werd het gezondheidsthema verder getrokken. We lazen tekstjes over gezond eten, leerden moeilijke etenswaren klappen in lettergrepen en schrijven (ta-ma-tie), deden oefeningen rond begrijpend lezen en oefenden op het mooi schrijven van de hoofdletters.
Het niveau van Engels bij de leerlingen varieert enorm. Een drietal leerlingen spreken vlot Engels, de meerderheid begrijpt veel, maar kan zelf niet zo’n vlotte zinnen maken en sommigen spreken of begrijpen niets. Daarom zette ik bij Engels vooral in op het begrijpen ervan. Met spelletjes en bewegingen, merkte ik stilaan verbetering. Wanneer de leerlingen korte vraagjes moesten beantwoorden, bijvoorbeeld ‘Can you swim?’, werd dit eerst enkele malen gedaan met de sterkere Engelstaligen. Zo hadden de zwakkeren dit al eens gehoord en werd de spreekdurf al wat groter.
Als laatste stond ook het mengen van kleuren op het programma van deze week. Met een kartonnen bordje en verf gingen we aan de slag. Na het wassen van vele vuile verfhandjes, speelden we nog een kleine quiz. Gelukkig kon ik vaststellen dat de lesinhoud begrepen was.
Vooral dinsdag is me deze week bijgebleven. Mijn mentor was ziek en aangezien mijn klas geen assistent heeft, stond ik er helemaal alleen voor met mijn 40 bengels. Van een spannende dag gesproken! Gelukkig verliep de dag vrij vlot en werden alle geplande lessen gegeven. Op het einde van de dag was er nog wat tijd over en maakten we met de hele klas een grote tekening voor juffrouw Ackerman. Normaal zijn de juf en ik solidair en verdelen we het verbeterwerk eerlijk onder ons twee. Vandaag waren alle boeken voor mij alleen, wat een werk! Ik ging moe maar voldaan richting huis. Een drukke, maar wel heel leerrijke dag. Ik ontdekte dinsdag dat ik het aan kan om een klas van 40 te leiden, een fantastisch gevoel!
Ook het beloningssysteem werd deze week weer gebruikt. De ene dag was beter dan de andere, maar al bij al ben ik tevreden van mijn vierde week.
Op vrijdag ging ¾ van het dreamteam weer aan de slag met verfborstels op de speelplaats. Na uren onder het Zuid-Afrikaanse zonnetje door te brengen, begon ons project eindelijk al wat meer vorm te krijgen!
Op naar een volgende week vol nieuwe uitdagingen!